Information about the word creëren (Dutch → Esperanto: krei)

Synonyms: maken, scheppen

Part of speechverb
Pronunciation/kreˈjeːrə(n)/
Hyphenationcre·e·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) creëer(ik) creëerde
(jij) creëert(jij) creëerde
(hij) creëert(hij) creëerde
(wij) creëren(wij) creëerden
(jullie) creëren(jullie) creëerden
(gij) creëert(gij) creëerdet
(zij) creëren(zij) creëerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) creëre(dat ik) creëerde
(dat jij) creëre(dat jij) creëerde
(dat hij) creëre(dat hij) creëerde
(dat wij) creëren(dat wij) creëerden
(dat jullie) creëren(dat jullie) creëerden
(dat gij) creëret(dat gij) creëerdet
(dat zij) creëren(dat zij) creëerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
creëercreëert
Participles
Present participlePast participle
creërend, creërende(hebben) gecreëerd

Usage samples

De provincie Mahasarakham is zo bijvoorbeeld gecreëerd omdat de gouverneur van de provincie Roiet te machtig werd.
„Je weet dat ik niet te lang kan wegblijven,” vervolgde Janne, „want ik moet voor de expositie nog twee werken creëren.”

Translations

Afrikaansskep
Albaniankrijoj
Catalancrear
Czechstvořit; tvořit; utvořit; vytvářet; vytvořit
Englishcreate
English (Old English)gescieppan
Esperantokrei
Faeroeseskapa
Finnishluoda
Frenchcréer
Germanschaffen; erschaffen; kreieren; erzeugen; bilden
Latincreare
Luxemburgishschaffen
Papiamentokrea
Polishtworzyć
Portuguesecriar; fazer; instituir
Romaniancrea
Saterland Frisianskafje; skäppe; uutgjuchte; winne
Spanishcrear
Srananmeki
Swedishskapa
Thaiสร้าง
West Frisianskeppe; meitsje