Informatie over het woord knetteren (Nederlands → Esperanto: kraketi)

Synoniemen: kletteren, knapperen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈknɛtərə(n)/
Afbrekingknet·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) knettert(hij) knetterde
(zij) knetteren(zij) knetterden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) knettere(dat hij) knetterde
(dat zij) knetteren(dat zij) knetterden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
knetterend, knetterende(hebben) geknetterd

Voorbeelden van gebruik

Boven hun hoofden knetterden vlammen en een dichte rook bemoeilijkte het zoeken.
Onmiddellijk spoot er een fontein van groene en blauwe vlammen uit op en het hout vlamde en knetterde.

Vertalingen

Duitsknistern; rasseln
Engelscrackle
Esperantokraketi; krepiti
Portugeescrepitar
Spaanscrepitar; decrepitar