Informo pri la vorto corroderen (nederlanda → esperanto: korodi)

Sinonimoj: aantasten, bijten, uitbijten, uitvreten, wegvreten

Vortspecoverbo
Prononco/kɔroˈderə(n)/
Dividocor·ro·de·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(hij) corrodeert(hij) corrodeerde
(zij) corroderen(zij) corrodeerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat hij) corrodere(dat hij) corrodeerde
(dat zij) corroderen(dat zij) corrodeerden
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
corroderend, corroderende(hebben) gecorrodeerd

Tradukoj

anglacorrode
esperantokorodi
feroaeta seg inn í
germanakorrodieren; anfressen; zerfressen; ätzen; sich einfressen in
hispanacorroer
italacorrodere
okcidenta frizonaoantaaste; bite