Informatie over het woord samenlopen (Nederlands → Esperanto: konverĝi)

Synoniemen: convergeren, samenkomen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) samenloopt(hij) samenliep
(zij) samenlopen(zij) samenliepen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) samenlope(dat hij) samenliepe
(dat zij) samenlopen(dat zij) samenliepen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
samenlopend, samenlopende(zijn) samengelopen

Vertalingen

Catalaansconvergir
Deensløbe sammen
Duitskonvergieren; zusammenlaufen
Engelsconverge
Esperantokonverĝi
Saterfrieskonvergierje; touhoopeloope
Spaansconvergir