Informatie over het woord omtrékken (Nederlands → Esperanto: konturi)

Synoniemen: aftekenen, omlijnen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɔmˈtrɛkə(n)/
Afbrekingom·trek·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) omtrek(ik) omtrok
(jij) omtrekt(jij) omtrok
(hij) omtrekt(hij) omtrok
(wij) omtrekken(wij) omtrokken
(jullie) omtrekken(jullie) omtrokken
(gij) omtrekt(gij) omtrokt
(zij) omtrekken(zij) omtrokken
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) omtrekke(dat ik) omtrokke
(dat jij) omtrekke(dat jij) omtrokke
(dat hij) omtrekke(dat hij) omtrokke
(dat wij) omtrekken(dat wij) omtrokken
(dat jullie) omtrekken(dat jullie) omtrokken
(dat gij) omtrekket(dat gij) omtrokket
(dat zij) omtrekken(dat zij) omtrokken
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
omtrekomtrekt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
omtrekkend, omtrekkende(hebben) omtrokken