Informatie over het woord weerstaan (Nederlands → Esperanto: kontraŭstari)

Synoniemen: bezwaar hebben tegen, standhouden, tegenstand bieden, verzet bieden, zich verzetten

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) weersta(ik) weerstond
(jij) weerstaat(jij) weerstond
(hij) weerstaat(hij) weerstond
(wij) weerstaan(wij) weerstonden
(jullie) weerstaan(jullie) weerstonden
(gij) weerstaat(gij) weerstondt
(zij) weerstaan(zij) weerstonden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) weersta(dat ik) weerstonde
(dat jij) weersta(dat jij) weerstonde
(dat hij) weersta(dat hij) weerstonde
(dat wij) weerstaan(dat wij) weerstonden
(dat jullie) weerstaan(dat jullie) weerstonden
(dat gij) weerstaat(dat gij) weerstondet
(dat zij) weerstaan(dat zij) weerstonden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
weerstaweerstaat
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
weerstaand, weerstaande(hebben) weerstaan

Vertalingen

Afrikaansteenstaan
Catalaanscontrarestar; oposar‐se a
Engelswithstand; resist
Esperantokontraŭstari
Fransaffronter
Hongaarsellenálló
Italiaansfar fronte a; opporsi a
Poolsprzeciwstawiać się
Portugeesopor‐se; resistir
Russischартачиться
Spaanscontrarrestar; oponerse
Thaisทาน