Informo pri la vorto contracteren (nederlanda → esperanto: kontrakti)

Sinonimoj: aangaan, een contract sluiten

Vortspecoverbo
Prononco/kɔntrɑkˈterə(n)/
Dividocon·trac·te·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) contracteer(ik) contracteerde
(jij) contracteert(jij) contracteerde
(hij) contracteert(hij) contracteerde
(wij) contracteren(wij) contracteerden
(jullie) contracteren(jullie) contracteerden
(gij) contracteert(gij) contracteerdet
(zij) contracteren(zij) contracteerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) contractere(dat ik) contracteerde
(dat jij) contractere(dat jij) contracteerde
(dat hij) contractere(dat hij) contracteerde
(dat wij) contracteren(dat wij) contracteerden
(dat jullie) contracteren(dat jullie) contracteerden
(dat gij) contracteret(dat gij) contracteerdet
(dat zij) contracteren(dat zij) contracteerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
contracteercontracteert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
contracterend, contracterende(hebben) gecontracteerd

Tradukoj

anglamake a contract; enter into a contract
esperantokontrakti
francacontracter; s’engager
germanaeinen Vertrag schließen; abschließen; vertraglich vereinbaren; einen Vertrag abschließen
hispanaajustar; contratar; destajar
italaconcludere
katalunacontractar
papiamentokontratá
portugalaajustar; contratar; fretar
saterlanda frizonan Ferdraach sluute