Information about the word aannemer (Dutch → Esperanto: konstruentreprenisto)

Synonym: bouwondernemer

Part of speechcommon noun
Pronunciation/ˈanemər/
Hyphenationaan·ne·mer
Gendermasculine
Pluralaannemers

Usage samples

Mijn zwager is aannemer en hij is bezig de oude stadswijk te slopen.
Gepensioneerd aannemer Klaas Roos kan dit beamen.
Deze beslissing was een doorn in het oog van Lupalak, de aannemer, een man die alles graag tot in de puntjes regelde.
Rijkswaterstaat heeft donderdag aannemers ingeschakeld die de situatie van de woonboten gaan bekijken.
Heb je nog met andere aannemers onderhandeld?

Translations

Danishbygmester
Englishbuilder; building contractor; contractor; master builder
Esperantokonstruentreprenisto
Icelandicverktaki
Norwegianbyggmester
Swedishbyggmästare