Informatie over het woord vormen (Nederlands → Esperanto: konsistigi)

Synoniemen: uitmaken, deel uitmaken van

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈvɔrmə(n)/
Afbrekingvor·men

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) vorm(ik) vormde
(jij) vormt(jij) vormde
(hij) vormt(hij) vormde
(wij) vormen(wij) vormden
(jullie) vormen(jullie) vormden
(gij) vormt(gij) vormdet
(zij) vormen(zij) vormden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) vorme(dat ik) vormde
(dat jij) vorme(dat jij) vormde
(dat hij) vorme(dat hij) vormde
(dat wij) vormen(dat wij) vormden
(dat jullie) vormen(dat jullie) vormden
(dat gij) vormet(dat gij) vormdet
(dat zij) vormen(dat zij) vormden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
vormvormt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
vormend, vormende(hebben) gevormd

Vertalingen

Afrikaansdeel uitmaak van; uitmaak
Duitsausmachen; machen
Engelsconstitute; make up; account for; form
Esperantokonsistigi; fari
Portugeescompor; constituir; estabelecer
Spaansconstituir