Informatie over het woord abjure (Engels → Esperanto: abĵuri)

Synoniemen: forswear, renounce, swear off

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/əbˈdʒʊə̯*/, /æbˈdʒʊə̯*/, /əbˈdʒɔː*/, /æbˈdʒɔː*/
Afbrekingab·jure
Shaw‐alfabet𐑩𐑚𐑡𐑫𐑼, 𐑨𐑚𐑡𐑫𐑼, 𐑩𐑚𐑡𐑹, 𐑨𐑚𐑡𐑹

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) abjure(I) abjured
(thou) abjurest(thou) abjuredst
(he) abjures, abjureth(he) abjured
(we) abjure(we) abjured
(you) abjure(you) abjured
(they) abjure(they) abjured
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) abjure (I) abjured
(thou) abjure(thou) abjured
(he) abjure(he) abjured
(we) abjure(we) abjured
(you) abjure(you) abjured
(they) abjure(they) abjured
Gebiedende wijs
abjure
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
abjuringabjured

Vertalingen

Duitsabschwören
Esperantoabĵuri; forĵuri
Faeröersavsvørja
Fransabjurer
IJslandssverja fyrir
Latijnabiurare; abrenuntiare
Nederlandsafzweren
Portugeesrenunciar
Schotsabjure