Informatie over het woord toestemmen (Nederlands → Esperanto: konsenti)

Synoniemen: het eens zijn, beamen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈtustɛmə(n)/
Afbrekingtoe·stem·men

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) stem toe(ik) stemde toe
(jij) stemt toe(jij) stemde toe
(hij) stemt toe(hij) stemde toe
(wij) stemmen toe(wij) stemden toe
(jullie) stemmen toe(jullie) stemden toe
(gij) stemt toe(gij) stemdet toe
(zij) stemmen toe(zij) stemden toe
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) toestemme(dat ik) toestemde
(dat jij) toestemme(dat jij) toestemde
(dat hij) toestemme(dat hij) toestemde
(dat wij) toestemmen(dat wij) toestemden
(dat jullie) toestemmen(dat jullie) toestemden
(dat gij) toestemmet(dat gij) toestemdet
(dat zij) toestemmen(dat zij) toestemden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
stem toestemt toe
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
toestemmend, toestemmende(hebben) toegestemd

Voorbeelden van gebruik

„Ik weet het, mevrouw”, stemde de staatsman toe.
Ṃaar dat de 19e eeuw hoogst belangrijk voor de mensheid is geweest, zal ieder toestemmen.

Vertalingen

Afrikaansbeaam; dit eens wees
Catalaansaccedir a; acceptar; acordar; consentir
Deenssamtykke
Duitsbeipflichten; beistimmen; einwilligen; zustimmen; zuwilligen; bewilligen; gewähren; genehmigen; einverstanden sein
Engelsassent
Esperantokonsenti
Faeröerssamtykkja
Finssuostua
Fransadmettre; consentir; donner son accord; être d’accord
Hongaarsegyezik
Italiaansconcordare; esserer d’accordo
Maleissetuju
Papiamentskonsentí
Poolszgadzać się
Portugeesanuir; concordar; estar de acordo
Roemeensacord
Russischсоглашаться
Saterfriesbieflichtje; ienwilligje; toustimme
Spaansacceder; acordar; consentir
Thaisยอม
Tsjechischsouhlasit
Turksmuvafakat etmek