Information about the word erkennen (Dutch → Esperanto: konfirmi)

Synonyms: bekrachtigen, bevestigen, staven, vormen

Part of speechverb
Pronunciation/ɛrˈkɛnə(n)/
Hyphenationer·ken·nen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) erken(ik) erkende
(jij) erkent(jij) erkende
(hij) erkent(hij) erkende
(wij) erkennen(wij) erkenden
(jullie) erkennen(jullie) erkenden
(gij) erkent(gij) erkendet
(zij) erkennen(zij) erkenden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) erkenne(dat ik) erkende
(dat jij) erkenne(dat jij) erkende
(dat hij) erkenne(dat hij) erkende
(dat wij) erkennen(dat wij) erkenden
(dat jullie) erkennen(dat jullie) erkenden
(dat gij) erkennet(dat gij) erkendet
(dat zij) erkennen(dat zij) erkenden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
erkenerkent
Participles
Present participlePast participle
erkennend, erkennende(hebben) erkend

Usage samples

Je erkent de mogelijkheid?
De regering van Nigeria heeft nooit erkend dat er buitenlandse huurlingen actief zijn in de gevechten.
Trump heeft zijn verlies nog niet erkend, en lijkt ook niet van plan dat te gaan doen.
„Er is een lijst”, erkende de portier omzichtig.

Translations

Afrikaanserken; bevestig
Catalanconfirmar
Danishbekræfte
Englishrecognize
Esperantokonfirmi
Faeroesestaðfesta; vátta
Finnishvahvistaa
Frenchconfirmer
Germanbekräftigen; bestätigen; konfirmieren; bestärken
Italianconfermare
Latinconfirmare
Low Germanbevästigen
Portugueseconfirmar; homologar; ratificar
Saterland Frisianbekräftigje; bestäätigje; konfirmierje
Spanishconfirmar
West Frisianbefêstigje