Information about the word aangaan (Dutch → Esperanto: koncerni)

Synonyms: betreffen, gelden voor, raken, gaan om

Part of speechverb
Pronunciation/ˈaŋɣan/
Hyphenationaan·gaan

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(hij) gaat aan(hij) ging aan
(zij) gaan aan(zij) gingen aan
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat hij) aanga(dat hij) aanginge
(dat zij) aangaan(dat zij) aangingen
Participles
Present participlePast participle
aangaand, aangaande(hebben) aangegaan

Usage samples

Jouw beroep gaat mij tenslotte niets aan.
Om te beginnen was het een zaak die mij niet aanging.
Wat dat aangaat, kan ik u zo hier en daar met goede raad van dienst zijn.
Is dat niet een zaak die u aangaat?

Translations

Catalanconcernir
Danishangå
Englishconcern
Esperantokoncerni
Faeroesekoma við; nerva
Frenchconcerner; intéresser; regarder
Germanangehen; anlangen; betreffen; anbetreffen
Italianconcernere; riguardare
Low Germanangeyn
Luxemburgishbetreffen
Papiamentotin di aber ku
Polishdotyczyć
Portuguesecompetir; concernir; dizer respeito a
Romanianinteresa
Saterland Frisianangunge; beträffe
Spanishconcernir; incumbir
Swedishbeträffa
Thaiเกี่ยว; เกี่ยวข้อง; ข้อง
West Frisianoanbelangje; gean om