Synoniemen: begieten, besproeien, gieten, sproeien, wateren, water geven
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /bəˈvlujə(n)/ |
---|
Afbreking | be·vloei·en |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) bevloei | (ik) bevloeide |
(jij) bevloeit | (jij) bevloeide |
(hij) bevloeit | (hij) bevloeide |
(wij) bevloeien | (wij) bevloeiden |
(jullie) bevloeien | (jullie) bevloeiden |
(gij) bevloeit | (gij) bevloeidet |
(zij) bevloeien | (zij) bevloeiden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) bevloeie | (dat ik) bevloeide |
(dat jij) bevloeie | (dat jij) bevloeide |
(dat hij) bevloeie | (dat hij) bevloeide |
(dat wij) bevloeien | (dat wij) bevloeiden |
(dat jullie) bevloeien | (dat jullie) bevloeiden |
(dat gij) bevloeiet | (dat gij) bevloeidet |
(dat zij) bevloeien | (dat zij) bevloeiden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
bevloei | bevloeit |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
bevloeiend, bevloeiende | (hebben) bevloeid |