Informatie over het woord Unaufhörlichkeit (Duits → Esperanto: senĉeseco)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtvrouwelijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefUnaufhörlichkeit
GenitiefUnaufhörlichkeit
DatiefUnaufhörlichkeit
AccusatiefUnaufhörlichkeit

Vertalingen

Engelspersistence
Esperantosenĉeseco
Nederlandsbestendigheid; gedurigheid