Informatie over het woord nobela

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Afbrekingnobel·a

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatiefnobelanobelaj
Accusatiefnobelannobelajn

Vertalingen

Deensædel
Duitsadlig
Engelsaristocratic; high‐born; of noble birth
Engels (Oudengels)æþele
Grieks (Oudgrieks)ἀγαθός
Italiaansaristocratico; nobile
Nederlandsadellijk; edel; nobel
Portugeesde nobre
Russischблагородный
Spaansnoble
Westerlauwers Friesaadlik; adellik
Zweedsadlig; av adel