Informatie over het woord verzamelen (Nederlands → Esperanto: kolekti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈzamələ(n)/
Afbrekingver·za·me·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verzamel(ik) verzamelde
(jij) verzamelt(jij) verzamelde
(hij) verzamelt(hij) verzamelde
(wij) verzamelen(wij) verzamelden
(jullie) verzamelen(jullie) verzamelden
(gij) verzamelt(gij) verzameldet
(zij) verzamelen(zij) verzamelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verzamele(dat ik) verzamelde
(dat jij) verzamele(dat jij) verzamelde
(dat hij) verzamele(dat hij) verzamelde
(dat wij) verzamelen(dat wij) verzamelden
(dat jullie) verzamelen(dat jullie) verzamelden
(dat gij) verzamelet(dat gij) verzameldet
(dat zij) verzamelen(dat zij) verzamelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verzamelverzamelt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verzamelend, verzamelende(hebben) verzameld

Vertalingen

Afrikaansversamel
Albaneesmbledh
Catalaanscollir; compilar; agruparcol·leccionar; col·lectar; recollir
Deenssamle
Duitssammeln; einsammeln; einziehen; eintreiben; erheben; auflesen; zusammenbringen
Engelsgather; assemble
Engels (Oudengels)gaderian; gædrian; lesan
Esperantokolekti
Faeröerssavna
Finskerätä
Franscollectionner; ramasser; rassembler; recueillir
Grieks (Oudgrieks)ἀθροίζω
Italiaansraccogliere
Luxemburgssammelen
Maleiskumpulkan; mengumpulkan
Papiamentskolektá
Portugeescolher
Roemeenscolecta; culege; aduna
Russischсобирать; собрать
Saterfriesiensammelje; sammelje
Schotsgaither
Spaanscoleccionar
Sranandyunta
Thaisเก็บ
Tsjechischsbírat
Turksbiriktirmek; toplamak
Westerlauwers Friessammelje
Zweedsförsamla; samla