Informatie over het woord stollen (Nederlands → Esperanto: koaguliĝi)

Synoniemen: klonteren, rinnen, runnen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈstɔlə(n)/
Afbrekingstol·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) stolt(hij) stolde
(zij) stollen(zij) stolden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) stolle(dat hij) stolde
(dat zij) stollen(dat zij) stolden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
stollend, stollende(zijn) gestold

Voorbeelden van gebruik

Het bloed is al gestold en er komt niets meer uit.

Vertalingen

Duitskoagulieren; gerinnen
Engelsclot
Esperantokoaguliĝi