Informatie over het woord ploffen (Nederlands → Esperanto: knali)

Synoniem: knallen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈplɔfə(n)/
Afbrekingplof·fen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) ploft(ik) plofte
(jij) ploft(jij) plofte
(hij) ploft(hij) plofte
(wij) ploffen(wij) ploften
(jullie) ploffen(jullie) ploften
(gij) ploft(gij) ploftet
(zij) ploffen(zij) ploften
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) ploffe(dat ik) plofte
(dat jij) ploffe(dat jij) plofte
(dat hij) ploffe(dat hij) plofte
(dat wij) ploffen(dat wij) ploften
(dat jullie) ploffen(dat jullie) ploften
(dat gij) ploffet(dat gij) ploftet
(dat zij) ploffen(dat zij) ploften
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
ploffend, ploffende(zijn) geploft

Vertalingen

Duitsknallen; zerplatzen
Engelsbang; explode; burst; detonate; backfire
Esperantoknali
Faeröersbresta