Informatie over het woord bewerken (Nederlands → Esperanto: klopodi por influi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈʋɛrkə(n)/
Afbrekingbe·wer·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bewerk(ik) bewerkte
(jij) bewerkt(jij) bewerkte
(hij) bewerkt(hij) bewerkte
(wij) bewerken(wij) bewerkten
(jullie) bewerken(jullie) bewerkten
(gij) bewerkt(gij) bewerktet
(zij) bewerken(zij) bewerkten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bewerke(dat ik) bewerkte
(dat jij) bewerke(dat jij) bewerkte
(dat hij) bewerke(dat hij) bewerkte
(dat wij) bewerken(dat wij) bewerkten
(dat jullie) bewerken(dat jullie) bewerkten
(dat gij) bewerket(dat gij) bewerktet
(dat zij) bewerken(dat zij) bewerkten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bewerkbewerkt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bewerkend, bewerkende(hebben) bewerkt

Vertalingen

Esperantoklopodi por influi