Information du mot overhellen (néerlandais → espéranto: kliniĝi)

Synonymes: aflopen, slagzij maken

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈovərɦɛlə(n)/
Césureover·hel·len

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) hel over(ik) helde over
(jij) helt over(jij) helde over
(hij) helt over(hij) helde over
(wij) hellen over(wij) helden over
(jullie) hellen over(jullie) helden over
(gij) helt over(gij) heldet over
(zij) hellen over(zij) helden over
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) overhelle(dat ik) overhelde
(dat jij) overhelle(dat jij) overhelde
(dat hij) overhelle(dat hij) overhelde
(dat wij) overhellen(dat wij) overhelden
(dat jullie) overhellen(dat jullie) overhelden
(dat gij) overhellet(dat gij) overheldet
(dat zij) overhellen(dat zij) overhelden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
hel overhelt over
Participes
Participe présentParticipe passé
overhellend, overhellende(hebben) overgeheld

Exemples d’usage

Links en rechts helden muren en zuilen over, braken en stortten ineen.

Traductions

allemandhängen; sich beugen; sich verbeugen; sich neigen; sich verneigen
anglaislean; lean over
anglais (vieil anglais)hieldan; hyldan
danoisbøje sig
espagnolacurrucarse
espérantokliniĝi
françaispencher; s’incliner
frison saterlandouhongje; sik bukje
italiencurvarsi
turcabanmak