Informatie over het woord angeben (Duits → Esperanto: denunci)

Synoniemen: anzeigen, denunzieren, hinterbringen, anschwärzen, eine Anzeige wegen … machen

Uitspraak/ˈanɡeːbən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) gebe an(ich) gab an
(du) gibst an(du) gabst an
(er) gibt an(er) gab an
(wir) geben an(wir) gaben an
(ihr) gebt an(ihr) gabt an
(sie) geben an(sie) gaben an
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) gebe an(ich) gäbe an
(du) gebest an(du) gäbest an
(er) gebe an(er) gäbe an
(wir) geben an(wir) gäben an
(ihr) gebet an(ihr) gäbet an
(sie) geben an(sie) gäben an
Gebiedende wijs
(du) gib an
(ihr) gebt an
geben Sie an
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
angebend(haben) angegeben

Vertalingen

Afrikaansaanmeld
Catalaansdenunciar; denunciar a l’autoritat
Deensangive; forråde
Engelsdenounce; report
Esperantodenunci
Faeröersklaga; melda
Finsantaa ilmi
Fransaccuser; dénoncer; livrer
Hongaarsbesúg; feljelent
Italiaansdenunciare
Nederlandsaanbrengen; aangeven; aangifte doen van; klikken; verklikken
Papiamentsdenunsiá
Portugeesdelatar; denunciar
Roemeensdenunța
Saterfriesanreeke; anwiese; denunzierje; ferklikke
Spaansdelatar; denunciar
Westerlauwers Friesferkleie; oanbringe; oankleie