Informo pri la vorto kaarten (nederlanda → esperanto: kartludi)

Sinonimo: kaartspelen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈkaːrtə(n)/
Dividokaar·ten

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) kaart(ik) kaartte
(jij) kaart(jij) kaartte
(hij) kaart(hij) kaartte
(wij) kaarten(wij) kaartten
(jullie) kaarten(jullie) kaartten
(gij) kaart(gij) kaarttet
(zij) kaarten(zij) kaartten
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) kaarte(dat ik) kaartte
(dat jij) kaarte(dat jij) kaartte
(dat hij) kaarte(dat hij) kaartte
(dat wij) kaarten(dat wij) kaartten
(dat jullie) kaarten(dat jullie) kaartten
(dat gij) kaartet(dat gij) kaarttet
(dat zij) kaarten(dat zij) kaartten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
kaartkaart
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
kaartend, kaartende(hebben) gekaart

Uzekzemploj

Aan de overkant van de gelagkamer, naast de haard, waren twee lieden begonnen te kaarten.

Tradukoj

esperantokartludi