Informatie over het woord bevrachten (Nederlands → Esperanto: kargi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈvrɑxtə(n)/
Afbrekingbe·vrach·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bevracht(ik) bevrachtte
(jij) bevracht(jij) bevrachtte
(hij) bevracht(hij) bevrachtte
(wij) bevrachten(wij) bevrachtten
(jullie) bevrachten(jullie) bevrachtten
(gij) bevracht(gij) bevrachttet
(zij) bevrachten(zij) bevrachtten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bevrachte(dat ik) bevrachtte
(dat jij) bevrachte(dat jij) bevrachtte
(dat hij) bevrachte(dat hij) bevrachtte
(dat wij) bevrachten(dat wij) bevrachtten
(dat jullie) bevrachten(dat jullie) bevrachtten
(dat gij) bevrachtet(dat gij) bevrachttet
(dat zij) bevrachten(dat zij) bevrachtten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bevrachtbevracht
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bevrachtend, bevrachtende(hebben) bevracht

Vertalingen

Engelsfreight
Esperantokargi