Informatie over het woord anzünden (Duits → Esperanto: ekbruligi)

Synoniemen: in Brand stecken, anstecken, entfachen

Uitspraak/ˈantsʏndən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) zünde an(ich) zündete an
(du) zündest an(du) zündetest an
(er) zündet an(er) zündete an
(wir) zünden an(wir) zündeten an
(ihr) zündet an(ihr) zündetet an
(sie) zünden an(sie) zündeten an
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) zünde an(ich) zündete an
(du) zündest an(du) zündetest an
(er) zünde an(er) zündete an
(wir) zünden an(wir) zündeten an
(ihr) zündet an(ihr) zündetet an
(sie) zünden an(sie) zündeten an
Gebiedende wijs
(du) zünde an
(ihr) zündet an
zünden Sie an
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
anzündend(haben) angezündet

Voorbeelden van gebruik

Er nahm das Manuskript wieder in die Hand und zündete es an.

Vertalingen

Afrikaansaan die brand steek; aan brand steek
Catalaansencendre
Deenstænde
Engelskindle; light; ignite
Engels (Oudengels)ontendan
Esperantoekbruligi; fajrigi
Fransallumer; enflammer
Hawaiaanshōʻā
Hongaarsmeggyújt
Italiaansaccendere
Nederlandsaanleggen; aanmaken; aansteken; doen ontbranden; in brand steken; ontsteken; stoken; opsteken; in de hens zetten
Papiamentssende
Portugeesacender
Saterfriesounstikke
Spaansencender
Westerlauwers Friesoansette; opstekke
Zweedsantända