Informatie over het woord landman (Nederlands → Esperanto: kampulo)

Synoniemen: boer, plattelander, boerenkinkel

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈlɑntmɑn/
Afbrekingland·man
Geslachtmanlijk
Meervoudlandlieden

Voorbeelden van gebruik

Hij was niet als de andere landlieden die ik gekend had in de streken waar stuwmeren aangelegd moesten worden.
De overtreding van zo’n eenvoudige landman gaat lieden van onze stand immers niets aan.
„Kijk,” hernam de geleerde, „toen ik dit papier gevonden had, heb ik met enkele oude landlieden in de omgeving gepraat.”

Vertalingen

Catalaanscamperol
Deensbonde; landmand
DuitsBauer; Landmann
Engelspeasant; countryman
Esperantokampulo
Faeröersbóndi
Franslaboureur; paysan
Grieksαγρότης
IJslandsbóndi
Italiaanscontadino
Jamaicaans Creoolsfaama
Latijnagoris
Noorsbonde
Papiamentskunukero
Portugeescamponês; fazendeiro
SaterfriesBuur
Spaansaldeano; campesino; labrador
Thaisชาวนา; ชาวไร่
Westerlauwers Friesboer
Zweedsbonde