Informatie over het woord bear (Engels → Esperanto: porti)

Synoniemen: carry, wash

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bɛə̯*/
Afbrekingbear
Shaw‐alfabet𐑚𐑺

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) bear(I) bore
(thou) bearest(thou) borest
(he) bears, beareth(he) bore
(we) bear(we) bore
(you) bear(you) bore
(they) bear(they) bore
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) bear (I) bore
(thou) bear(thou) bore
(he) bear(he) bore
(we) bear(we) bore
(you) bear(you) bore
(they) bear(they) bore
Gebiedende wijs
bear
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bearingborn

Voorbeelden van gebruik

Also she had observed that some of the horses bore riders.
The stems are 9 to 10 inches high, much branched, bearing pinnate leaves with six or seven pairs of leaflets.

Vertalingen

Afrikaansdra
Catalaansportar
Deensbære
Duitstragen
Engels (Oudengels)beran; ferian
Esperantoporti
Faeröersbera
Finskantaa
Fransporter
Hongaarsvisz
Italiaansportare
Jamaicaans Creoolskyari
Latijnportare; tulere; vehere
Maleisangkat … mengangkat
Nederlandsdragen; voeren
Noorsbære
Poolsnieść; nosić
Portugeescarregar; levar
Roemeensduce
Saterfriesdreege
Spaansllevar
Sranantyari
Thaisแบก
Tsjechischnést; nosit
Turkstaşımak
Westerlauwers Friesdrage
Zweedsbära