Informatie over het woord altiĝi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingalt·iĝ·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdaltiĝas
Verleden tijdaltiĝis
Toekomende tijdaltiĝos
 
Voorwaardelijke wijs
altiĝus
 
Gebiedende wijs
altiĝu

Actieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdaltiĝanta
Verleden tijdaltiĝinta
Toekomende tijdaltiĝonta

Vertalingen

Duitshoch werden; steigen; ansteigen; sich erheben; hochgehen
Engelsmount; rise
Fransgrimper; s’élever
Nederlandswassen
Portugeesaltear; elevar‐se; subir