Informatie over het woord aanspannen (Nederlands → Esperanto: jugi)

Synoniem: het juk opleggen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈanspɑnən/
Afbrekingaan·span·nen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) span aan(ik) spande aan
(jij) spant aan(jij) spande aan
(hij) spant aan(hij) spande aan
(wij) spannen aan(wij) spanden aan
(jullie) spannen aan(jullie) spanden aan
(gij) spant aan(gij) spandet aan
(zij) spannen aan(zij) spanden aan
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) aanspanne(dat ik) aanspande
(dat jij) aanspanne(dat jij) aanspande
(dat hij) aanspanne(dat hij) aanspande
(dat wij) aanspannen(dat wij) aanspanden
(dat jullie) aanspannen(dat jullie) aanspanden
(dat gij) aanspannet(dat gij) aanspandet
(dat zij) aanspannen(dat zij) aanspanden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
span aanspant aan
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
aanspannend, aanspannende(hebben) aangespannen

Vertalingen

Duitsanjochen; ins Joch spannen; unterjochen; unter sein Joch zwingen
Engelsyoke
Esperantojugi
Portugeescangar; jungir