Informatie over het woord halen (Nederlands → Esperanto: irpreni)

Synoniem: gaan halen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɦalə(n)/
Afbrekingha·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) haal(ik) haalde
(jij) haalt(jij) haalde
(hij) haalt(hij) haalde
(wij) halen(wij) haalden
(jullie) halen(jullie) haalden
(gij) haalt(gij) haaldet
(zij) halen(zij) haalden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) hale(dat ik) haalde
(dat jij) hale(dat jij) haalde
(dat hij) hale(dat hij) haalde
(dat wij) halen(dat wij) haalden
(dat jullie) halen(dat jullie) haalden
(dat gij) halet(dat gij) haaldet
(dat zij) halen(dat zij) haalden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
haalhaalt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
halend, halende(hebben) gehaald

Voorbeelden van gebruik

Ik haalde mijn geweer en verliet het dal.
De Duivel hale hen!
Haal mij dat eens hier.

Vertalingen

Afrikaansgaan haal
Catalaansbuscar
Deenshente
Duitsholen
Engelsfetch; get; bring
Esperantoirpreni; holi
Franshente
Italiaansottenere
Maleisambil … mengambil
Nederduitshalen
Saterfrieshoalje
Spaansbuscar; coger; ir por
Thaisเอา; เอาไป
Zweedsavhämta; hala