Informatie over het woord mastro

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Afbrekingmastr·o

Verbuiging

Nominatiefmastro
Accusatiefmastron

Voorbeelden van gebruik

“Ĉu vi sciis. ke via mastro havis malamikojn?

Vertalingen

Afrikaansmeester
Catalaansamo; encarregat; patró
DuitsWirt
Engelsboss; lord; master
Engels (Oudengels)frea; hlaford
Faeröershúsbóndi; vertur
Finsisäntä
Fransmaître; patron
IJslandsdrottinn
Italiaansmaestro; padrone; principale
Latijndominus; magister
Nederlandsheer; meester; patroon
Portugeesamo; dono; patrão; senhor
SaterfriesWeerd
Spaansamo; dueño; patrón
Srananmasra
Swahilibwana
Thaisนาย
Westerlauwers Friesmaster
Zweedsmästare