Informatie over het woord kaartje (Nederlands → Esperanto: irbileto)

Synoniemen: plaatsbewijs, plaatskaart, ticket, passagebiljet

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈkaːrcə/
Afbrekingkaart·je
Geslachtonzijdig
Meervoudkaartjes

Voorbeelden van gebruik

Je neemt de trein van acht uur twintig naar Frankrijk en in Cherbourg kun je kaartjes voor de boot kopen.

Vertalingen

Afrikaanskaartjie
DuitsFahrkarte; Ticket
Engelsticket
Esperantoirbileto; veturbileto
Fransbillet d’aller; billet