Information about the word gaan (Dutch → Esperanto: irado)

Synonyms: gang, loop, verloop

Part of speechcommon noun
Pronunciation/ɣan/
Hyphenationgaan
Genderneuter
Genitivegaans
Pluralgaan

Usage samples

Het gaan werd moeilijker.
Het gaan werd daardoor niet gemakkelijker, zodat het geen verwondering zal wekken dat heer Ollie na enige uren de moed begon te verliezen.
„Ben je niet moe?” vroeg hij na een half uur gaans.

Translations

Danishforløb
Englishgoing
Esperantoirado
GermanGehen
Spanishcurso; desarrollo