Information about the word onderhandelen (Dutch → Esperanto: intertrakti)

Part of speechverb
Pronunciation/ɔndərˈɦɑndələ(n)/
Hyphenationon·der·han·de·len

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) onderhandel(ik) onderhandelde
(jij) onderhandelt(jij) onderhandelde
(hij) onderhandelt(hij) onderhandelde
(wij) onderhandelen(wij) onderhandelden
(jullie) onderhandelen(jullie) onderhandelden
(gij) onderhandelt(gij) onderhandeldet
(zij) onderhandelen(zij) onderhandelden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) onderhandele(dat ik) onderhandelde
(dat jij) onderhandele(dat jij) onderhandelde
(dat hij) onderhandele(dat hij) onderhandelde
(dat wij) onderhandelen(dat wij) onderhandelden
(dat jullie) onderhandelen(dat jullie) onderhandelden
(dat gij) onderhandelet(dat gij) onderhandeldet
(dat zij) onderhandelen(dat zij) onderhandelden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
onderhandelonderhandelt
Participles
Present participlePast participle
onderhandelend, onderhandelende(hebben) onderhandeld

Translations

Afrikaansonderhandel
Englishnegotiate
Esperantointertrakti