Informatie over het woord toejuichen (Nederlands → Esperanto: aklami)

Synoniemen: bij acclamatie benoemen tot, uitroepen tot, zijn bijval betuigen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) juich toe(ik) juichte toe
(jij) juicht toe(jij) juichte toe
(hij) juicht toe(hij) juichte toe
(wij) juichen toe(wij) juichten toe
(jullie) juichen toe(jullie) juichten toe
(gij) juicht toe(gij) juichtet toe
(zij) juichen toe(zij) juichten toe
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) toejuiche(dat ik) toejuichte
(dat jij) toejuiche(dat jij) toejuichte
(dat hij) toejuiche(dat hij) toejuichte
(dat wij) toejuichen(dat wij) toejuichten
(dat jullie) toejuichen(dat jullie) toejuichten
(dat gij) toejuichet(dat gij) toejuichtet
(dat zij) toejuichen(dat zij) toejuichten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
juich toejuicht toe
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
toejuichend, toejuichende(hebben) toegejuicht

Vertalingen

Catalaansaclamar
Duitsakklamieren; zujauchzen; zujubeln; begeistert zurufen
Engelsacclaim; applaud
Esperantoaklami
Fransacclamer
Hongaarsszaval
Italiaansacclamare
Latijnacclamare
Portugeesaclamar; ovacionar
Saterfriesakklamierje; toujuuchje
Spaansaclamar