Informatie over het woord minnekozen (Nederlands → Esperanto: interkaresi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈmɪnəkozə(n)/
Afbrekingmin·ne·ko·zen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) minnekoos(ik) minnekoosde
(jij) minnekoost(jij) minnekoosde
(hij) minnekoost(hij) minnekoosde
(wij) minnekozen(wij) minnekoosden
(jullie) minnekozen(jullie) minnekoosden
(gij) minnekoost(gij) minnekoosdet
(zij) minnekozen(zij) minnekoosden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) minnekoze(dat ik) minnekoosde
(dat jij) minnekoze(dat jij) minnekoosde
(dat hij) minnekoze(dat hij) minnekoosde
(dat wij) minnekozen(dat wij) minnekoosden
(dat jullie) minnekozen(dat jullie) minnekoosden
(dat gij) minnekozet(dat gij) minnekoosdet
(dat zij) minnekozen(dat zij) minnekoosden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
minnekoosminnekoost
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
minnekozend, minnekozende(hebben) geminnekoosd

Vertalingen

Esperantointerkaresi