Informatie over het woord vechten (Nederlands → Esperanto: interbatiĝi)

Synoniem: knokken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈvɛxtə(n)/
Afbrekingvech·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) vecht(ik) vocht
(jij) vecht(jij) vocht
(hij) vecht(hij) vocht
(wij) vechten(wij) vochten
(jullie) vechten(jullie) vochten
(gij) vecht(gij) vocht
(zij) vechten(zij) vochten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) vechte(dat ik) vochte
(dat jij) vechte(dat jij) vochte
(dat hij) vechte(dat hij) vochte
(dat wij) vechten(dat wij) vochten
(dat jullie) vechten(dat jullie) vochten
(dat gij) vechtet(dat gij) vochtet
(dat zij) vechten(dat zij) vochten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
vechtvecht
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
vechtend, vechtende(hebben) gevochten

Vertalingen

Duitssich raufen; sich miteinander herumschlagen
Engelsfight
Esperantointerbatiĝi
Italiaanscombattere; duellare; picchiarsi
Westerlauwers Friesfjochtsje