Informatie over het woord attackieren (Duits → Esperanto: ataki)

Synoniemen: anfallen, angreifen, ausfallen, befallen, überfallen, losgehen auf, anfechten, in Angriff nehmen, sich machen an, sich hermachen über, zerfressen, schädigen, den Kampf beginnen

Woordsoortwerkwoord

Voorbeelden van gebruik

Während einer weiteren Geleitfahrt am 25. August wurde die Zintû mit ihrem Konvoi 150 Meilen nördlich von Guadalcanal von anfliegenden Douglas SBD Dauntless‐Sturzkampfbombern attackiert.

Vertalingen

Afrikaansaanval; takel
Catalaansatacar
Deensangribe
Engelsassail; assault; attack; rip; tackle; raid; mount an attack
Esperantoataki
Faeröersleypa á
Finshyökätä
Fransassaillir; attaquer
Hongaarstámad
Italiaansattaccare
Jamaicaans Creoolsatak
Latijnappugnare; oppugnare
Nederduitsanvatten
Nederlandsaangrijpen; aanpakken; aanvallen; een aanval inzetten; een aanval doen op
Papiamentsataká
Portugeesabordar; acometer; agredir; assaltar; atacar
Russischатаковать; нападать
Saterfriesanfaale; angriepe; befaale; uurfaale; uutfaale
Spaansagredir; atacar
Thaisโจมตี
Turkssaldırmak
Westerlauwers Friesoanfalle
Zweedsanfalla