Informatie over het woord schromen (Nederlands → Esperanto: heziti)

Synoniemen: aarzelen, dubben, schoorvoeten, weifelen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) schroom(ik) schroomde
(jij) schroomt(jij) schroomde
(hij) schroomt(hij) schroomde
(wij) schromen(wij) schroomden
(jullie) schromen(jullie) schroomden
(gij) schroomt(gij) schroomdet
(zij) schromen(zij) schroomden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) schrome(dat ik) schroomde
(dat jij) schrome(dat jij) schroomde
(dat hij) schrome(dat hij) schroomde
(dat wij) schromen(dat wij) schroomden
(dat jullie) schromen(dat jullie) schroomden
(dat gij) schromet(dat gij) schroomdet
(dat zij) schromen(dat zij) schroomden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
schroomschroomt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
schromend, schromende(hebben) geschroomd

Vertalingen

Catalaanshesitar; mostrar indecisió; titubejar
Deenstøve
Duitsschwanken; zaudern; zögern; unschlüssig sein; stocken
Engelshesitate
Esperantoheziti; ŝanceliĝi
Faeröersdrála
Fransbarguigner; hésiter
Italiaansesitare; titubare
Papiamentsduda; titubiá
Poolswahać się
Portugeeshesitar; vacilar
Roemeensezita
Saterfriesnulje; suumje; swonkje; tuntelje
Spaanstitubear; vacilar
Sranandraydray; gunya
Thaisลังเล
Tsjechischváhat
Westerlauwers Friesskytskoarje; wifkje
Zweedstveka