Informatie over het woord lever (Nederlands → Esperanto: hepato)

Woordsoort	zelfstandig naamwoord
Uitspraak	/ˈlevər/
Afbreking	le·ver
Geslacht	historisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoud	levers

Voorbeelden van gebruik

De tweede verslond zijn lever.

Na een kwartiertje moest ik vaststellen dat de oorzaak een zieke lever was.

Misschien heeft hij weer last van zijn lever.

Vertalingen

Catalaans	fetge
Deens	lever
Duits	Leber
Engels	liver
Engels (Oudengels)	lifer
Esperanto	hepato
Faeröers	livur
Fins	maksa
Frans	foie
Hongaars	máj
Italiaans	fegato
Jiddisch	לעבער
Kabylisch	tassa
Latijn	hepar; iecur
Luxemburgs	Liewer
Maleis	hati
Noors	lever
Papiaments	higra; igra
Pools	wątroba
Portugees	fígado
Roemeens	ficat
Russisch	печень
Saterfries	Lieuwer
Schots-Gaelisch	adha
Spaans	hígado
Sranan	lefre
Thais	ตับ
Tsjechisch	játra
Turks	karaciğer
Zweeds	lever