Informatie over het woord hebzucht (Nederlands → Esperanto: havemo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɦɛpsɵxt/
Afbrekingheb·zucht
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk

Voorbeelden van gebruik

Hebzucht heeft je in dit netelig parket gebracht.
Het is zelfs geen kwestie van hebzucht.

Vertalingen

Esperantohavemo
Finsahneus