Informatie over het woord pair (Engels → Esperanto: parigi)

Synoniemen: couple, match, mate, unite

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/pɛə̯*/
Afbrekingpair
Shaw‐alfabet𐑐𐑺

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) pair(I) paired
(thou) pairest(thou) pairedst
(he) pairs, paireth(he) paired
(we) pair(we) paired
(you) pair(you) paired
(they) pair(they) paired
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) pair (I) paired
(thou) pair(thou) paired
(he) pair(he) paired
(we) pair(we) paired
(you) pair(you) paired
(they) pair(they) paired
Gebiedende wijs
pair
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
pairingpaired

Vertalingen

Esperantoparigi
Fransapparier
Latijncombinare
Nederlandsparen
Roemeensîmperechea