Informatie over het woord knarsetanden (Nederlands → Esperanto: grincigi la dentojn)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈknɑrsətɑndə(n)/
Afbrekingknar·se·tan·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) knarsetand(ik) knarsetandde
(jij) knarsetandt(jij) knarsetandde
(hij) knarsetandt(hij) knarsetandde
(wij) knarsetanden(wij) knarsetandden
(jullie) knarsetanden(jullie) knarsetandden
(gij) knarsetandt(gij) knarsetanddet
(zij) knarsetanden(zij) knarsetandden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) knarsetande(dat ik) knarsetandde
(dat jij) knarsetande(dat jij) knarsetandde
(dat hij) knarsetande(dat hij) knarsetandde
(dat wij) knarsetanden(dat wij) knarsetandden
(dat jullie) knarsetanden(dat jullie) knarsetandden
(dat gij) knarsetandet(dat gij) knarsetanddet
(dat zij) knarsetanden(dat zij) knarsetandden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
knarsetandknarsetandt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
knarsetandend, knarsetandende(hebben) geknarsetand

Voorbeelden van gebruik

Arglistig stond te knarsetanden achter de deur, want zo erg best kon hij niet tegen zijn verlies en dat hij verloren had, was een feit.

Vertalingen

Esperantogrincigi la dentojn