Information about the word lijmen (Dutch → Esperanto: glui)

Synonyms: hechten, plakken

Part of speechverb
Pronunciation/ˈlɛi̯mə(n)/
Hyphenationlij·men

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) lijm(ik) lijmde
(jij) lijmt(jij) lijmde
(hij) lijmt(hij) lijmde
(wij) lijmen(wij) lijmden
(jullie) lijmen(jullie) lijmden
(gij) lijmt(gij) lijmdet
(zij) lijmen(zij) lijmden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) lijme(dat ik) lijmde
(dat jij) lijme(dat jij) lijmde
(dat hij) lijme(dat hij) lijmde
(dat wij) lijmen(dat wij) lijmden
(dat jullie) lijmen(dat jullie) lijmden
(dat gij) lijmet(dat gij) lijmdet
(dat zij) lijmen(dat zij) lijmden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
lijmlijmt
Participles
Present participlePast participle
lijmend, lijmende(hebben) gelijmd

Translations

Catalanadherir; encolar; enganxar
Czechlepit
Englishglue
Esperantoglui
Faeroeselíma
Finnishliimata
Frenchcoller
Germankleben; leimen; kleistern; ankleben
Italianappiccicare
Papiamentoleim
Portuguesecolar; grudar; solvar
Saterland Frisianklieuwje; liemje
Spanishpegar
Swedishlimma
Thaiติด
West Frisianlymje