Information about the word roemen (Dutch → Esperanto: glori)

Synonyms: loven, prijzen, verheerlijken

Part of speechverb
Pronunciation/ˈrumə(n)/
Hyphenationroe·men

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) roem(ik) roemde
(jij) roemt(jij) roemde
(hij) roemt(hij) roemde
(wij) roemen(wij) roemden
(jullie) roemen(jullie) roemden
(gij) roemt(gij) roemdet
(zij) roemen(zij) roemden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) roeme(dat ik) roemde
(dat jij) roeme(dat jij) roemde
(dat hij) roeme(dat hij) roemde
(dat wij) roemen(dat wij) roemden
(dat jullie) roemen(dat jullie) roemden
(dat gij) roemet(dat gij) roemdet
(dat zij) roemen(dat zij) roemden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
roemroemt
Participles
Present participlePast participle
roemend, roemende(hebben) geroemd

Translations

Catalanexalçar; glorificar; lloar
Danishrose
Englishcommend; praise
Esperantoglori
Faeroeseheiðra
Finnishkunnioittaa
Frenchglorifier
Germanloben; preisen; rühmen; verherrlichen
Low Germanverheyrliken
Portugueseglorificar; santificar
Saterland Frisianbeproalje; ferheerelkje; loowje; priesje; reeme; röime; ruumje