Informo pri la vorto glijden (nederlanda → esperanto: gliti)

Sinonimoj: glibberen, glippen, schuiven

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɣlɛi̯də(n)/, /ˈɣlɛi̯jə(n)/
Dividoglij·den

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) glij, glijd(ik) gleed
(jij) glijdt(jij) gleed
(hij) glijdt(hij) gleed
(wij) glijden(wij) gleden
(jullie) glijden(jullie) gleden
(gij) glijdt(gij) gleedt
(zij) glijden(zij) gleden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) glijde(dat ik) glede
(dat jij) glijde(dat jij) glede
(dat hij) glijde(dat hij) glede
(dat wij) glijden(dat wij) gleden
(dat jullie) glijden(dat jullie) gleden
(dat gij) glijdet(dat gij) gledet
(dat zij) glijden(dat zij) gleden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
glij, glijdglijdt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
glijdend, glijdende(hebben/zijn) gegleden

Uzekzemploj

„Barst”, hijgde Tonia en liet de zware cilinder langzaam van zijn rug glijden.
De motor kwam tot leven, en een minuut later gleed de boot door de nevel naar de riviermonding.

Tradukoj

anglaglide; slide; slip
ĉeĥadostat smyk; klouzat; sklouznout; uklouznout
esperantogliti
feroaaka; glíða; skreiða
finnaliukua
francaglisser
germanagleiten; glitschen; rutschen; hingleiten; schlittern; schlüpfen
hispanadeslizarse; patinar; resbalar
katalunalliscar; patinar; relliscar
luksemburgiarëtschen
okcidenta frizonaglide; glydzje; gliere
platgermanaglyden
portugaladeslizar; escorregar
rumanaaluneca
saterlanda frizonaglidderje; gliede; glippe; glitskje; rutskje
svedaglida; slira