Informatie over het woord dichtvriezen (Nederlands → Esperanto: glacikovriĝi)

Synoniem: toevriezen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdɪx(t)frizə(n)/
Afbrekingdicht·vrie·zen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) vries dicht(ik) vroor dicht
(jij) vriest dicht(jij) vroor dicht
(hij) vriest dicht(hij) vroor dicht
(wij) vriezen dicht(wij) vroren dicht
(jullie) vriezen dicht(jullie) vroren dicht
(gij) vriest dicht(gij) vroort dicht
(zij) vriezen dicht(zij) vroren dicht
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) dichtvrieze(dat ik) dichtvrore
(dat jij) dichtvrieze(dat jij) dichtvrore
(dat hij) dichtvrieze(dat hij) dichtvrore
(dat wij) dichtvriezen(dat wij) dichtvroren
(dat jullie) dichtvriezen(dat jullie) dichtvroren
(dat gij) dichtvriezet(dat gij) dichtvroret
(dat zij) dichtvriezen(dat zij) dichtvroren
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
dichtvriesdichtvries
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
dichtvriezend, dichtvriezende(zijn) dichtgevroren

Voorbeelden van gebruik

De krijgers reden het laagland in en kwamen langs de dichtgevroren rivier.

Vertalingen

Esperantoglacikovriĝi