Information about the word verwekken (Dutch → Esperanto: generi)

Part of speechverb
Pronunciation/vərˈʋɛkə(n)/
Hyphenationver·wek·ken

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verwek(ik) verwekte
(jij) verwekt(jij) verwekte
(hij) verwekt(hij) verwekte
(wij) verwekken(wij) verwekten
(jullie) verwekken(jullie) verwekten
(gij) verwekt(gij) verwektet
(zij) verwekken(zij) verwekten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verwekke(dat ik) verwekte
(dat jij) verwekke(dat jij) verwekte
(dat hij) verwekke(dat hij) verwekte
(dat wij) verwekken(dat wij) verwekten
(dat jullie) verwekken(dat jullie) verwekten
(dat gij) verwekket(dat gij) verwektet
(dat zij) verwekken(dat zij) verwekten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verwekverwekt
Participles
Present participlePast participle
verwekkend, verwekkende(hebben) verwekt

Usage samples

Toen de dode man overboord gezet werd, gebeurden er twee voorvallen die de grootste verwarring onder de bemanning verwekten.
Hij leefde er op grote voet, hield er een minnares, Marina Gabba, op na en verwekte, tot ontzetting van zijn oude moeder, een reeks onwettige kinderen.
De Jinga was nu breed en diep en de wind verwekte vrij grote golven.
We kunnen niet dulden dat hij bij onze vrouwen verwekt!

Translations

Catalangenerar
Englishbeget; generate
Esperantogeneri; naskigi
Faeroeseala; dyrka; framleiða
Finnishsiittää
Frenchengendrer
Germanzeugen; hervorbringen; bilden; erzeugen
Portuguesegerar; procriar
Romaniangenera
Spanishengendrar
Sranankisi