Informatie over het woord versnijden (Nederlands → Esperanto: fuŝtranĉi)

Synoniem: verknippen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) versnij, versnijd(ik) versneed
(jij) versnijdt(jij) versneed
(hij) versnijdt(hij) versneed
(wij) versnijden(wij) versneden
(jullie) versnijden(jullie) versneden
(gij) versnijdt(gij) versneedt
(zij) versnijden(zij) versneden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) versnijde(dat ik) versnede
(dat jij) versnijde(dat jij) versnede
(dat hij) versnijde(dat hij) versnede
(dat wij) versnijden(dat wij) versneden
(dat jullie) versnijden(dat jullie) versneden
(dat gij) versnijdet(dat gij) versnedet
(dat zij) versnijden(dat zij) versneden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
versnij, versnijdversnijdt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
versnijdend, versnijdende(hebben) versneden

Vertalingen

Engelsmangle
Esperantofuŝtranĉi