Ynformaasje oer it wurd bevriezen (Nederlânsk → Esperanto: frostigi)

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/bəˈvrizə(n)/
Ofbrekingbe·vrie·zen

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) bevries(ik) bevroor, bevroos
(jij) bevriest(jij) bevroor, bevroos
(hij) bevriest(hij) bevroor, bevroos
(wij) bevriezen(wij) bevroren, bevrozen
(jullie) bevriezen(jullie) bevroren, bevrozen
(gij) bevriest(gij) bevroort, bevroost
(zij) bevriezen(zij) bevroren, bevrozen
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) bevrieze(dat ik) bevrore, bevroze
(dat jij) bevrieze(dat jij) bevrore, bevroze
(dat hij) bevrieze(dat hij) bevrore, bevroze
(dat wij) bevriezen(dat wij) bevroren, bevrozen
(dat jullie) bevriezen(dat jullie) bevroren, bevrozen
(dat gij) bevriezet(dat gij) bevroret, bevrozet
(dat zij) bevriezen(dat zij) bevroren, bevrozen
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
bevriesbevriest
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
bevriezend, bevriezende(hebben) bevroren, bevrozen

Oarsettingen

Dútskdurchfrieren lassen; einfrieren lassen
Esperantofrostigi
Fryskbefrieze
Ingelskfreeze
Italjaanskcongelare; gelare
Portegeeskcongelar; gelar
Spaanskcongelar; helar